extrême

extrême [ekstrem]

〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉, extrêmement [ekstremmã] 〈bijwoord〉

1 〈alleen bijvoeglijk naamwoord〉uiterst ⇒ verst, laagst, hoogst, eerst, laatst

2 〈formeel〉buitengewoon ⇒ enorm, ontzettend, hevig, uiterst ⇒ 〈bijwoord ook〉 uitermate

3 〈alleen bijvoeglijk naamwoord; na zelfstandig naamwoord〉extreem ⇒ buitensporig, bovenmatig ⇒ 〈politiek〉 radicaal

♦voorbeelden:

1    à l'extrême opposé • volkomen tegenovergesteld

      à l'extrême rigueur • in het uiterste geval

      à l' extrême • tot het uiterste; uitermate

      l' extrême 〈m.〉 • het uiterste

      〈spreekwoord〉 les extrêmes se touchent • de uitersten raken elkaar

      passer d'un extrême à l'autre • van het ene uiterste in het andere vallen

1. m

uiterste

2. adj

1) uiterst

2) enorm

3) extreem, buitensporig, radicaal

Dictionnaire français-néerlandais. 2013.